Hein brengt met zijn vader een zomer door op de begraafplaats waar zijn opa beheerder is. Daar ontdekt hij iets fantastisch: Hij kan de doden zien én met ze praten! Sommigen hebben Hein nodig om onafgemaakte zaken voor hen op te lossen. Zo leert hij bijzondere lessen over het leven en over de dood, die hoort bij het leven.